Op de fiets door Scheveningen (4K)
Op de fiets door Scheveningen (4K). Abonneer - Subscribe here : https://bit.ly/2NMwb6q Nederlands commentaar. Tekst van https://www.wikipedia.org/
Scheveningen is een stadsdeel van Den Haag. Het was voorheen een zelfstandige vissersplaats, die later is opgegaan in een badplaats en wijk in Den Haag. De oorspronkelijke kern van Scheveningen bevindt zich in Scheveningen-Dorp, maar van de vroegere bebouwing van vóór de grote kaalslag en de daaropvolgende nieuwbouw van het stadsdeel is niet veel meer terug te vinden. Het meest karakteristieke deel van het oude dorp vindt men bij de Oude Kerk. Oorspronkelijke Scheveningers voelen zich Schevenings, niet Haags.
De geschiedschrijving verschaft geen uitsluitsel over de ouderdom van Scheveningen. Naamkundig onderzoek zou hebben aangetoond, net als bij andere Nederlandse plaatsen die eindigen op het suffix (achtervoegsel) '-ingen', dat de oorsprong ervan in de 10e of 11e eeuw ligt. De bewuste naam komt voor het eerst voor in een grafelijk register dat deels is opgesteld omstreeks 1284. Er is sprake van een gebied dat wordt omschreven als een 'terra de Sceveninghe' (land van Scheveningen). Er is weleens beweerd dat een geslacht met de naam Scheven - dat bij Haarlem een kasteel bezat en zich in de 14e eeuw in de omgeving van Leiderdorp vestigde - iets te maken zou hebben met het dorp of met de naam Scheveningen, maar hiervoor ontbreekt elke aanwijzing. Soms genoemde, maar nooit onderbouwde, buitenlandse invloeden zijn evenmin aantoonbaar. Uit de historie valt op te maken dat de oorsprong van Scheveningen een puur Hollandse aangelegenheid moet zijn geweest. Binnen de reeds genoemde 'terra de Sceveninghe' heeft naar alle waarschijnlijkheid een oudere woonkern gelegen; te denken valt aan een agrarisch gemeenschapje, een buurtschap, enkele kilometers meer landinwaarts van de kust gelegen. De kennis over die tijd is vrij beperkt; wel heeft de sociaal geograaf J.K. de Cock in een artikel, getiteld Scheveningen-Binnen en Scheveningen aan Zee, hierover iets geschreven dat als onderbouwing kan gelden. Ook in het naslagwerk De bodem van 's-Gravenhage van E.F.J. de Mulder komt De Cock met een bijdrage op dit oudere 'Sceveninghe' terug. Naar zijn opvatting is het oude buurtschapje - te denken valt in de 12e of 13e eeuw - door langdurige zandverstuivingen onder het zand verdwenen.
Naast de oudere buurtschap is er het kustdorp dat nu Scheveningen heet. Het is gebouwd op jonge duinen die zich rond de 12e eeuw langs de Noordzeekust hebben ontwikkeld. Dat huidige Scheveningen wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1357, waarin dorpsbewoners met een officieel document verzoeken om een grafelijke gunst. De residentie van de graven van Holland, die zich in de loop van de 13e eeuw bij de buurtschap Die Haghe heeft ontwikkeld, is vermoedelijk de aanzet geweest tot het ontstaan van het huidige Scheveningen. Mogelijk heeft een toenemende vraag naar zeevis van de nieuwe, rijke nederzetting tot gevolg gehad dat er zich vissers hebben gevestigd aan de dichtstbijzijnde kuststrook. Een grafelijke beslissing in de late middeleeuwen heeft ertoe geleid dat Scheveningen niet zelfstandig is geworden, maar zich slechts met één zetel mocht vertegenwoordigen in de Haagse schepenbank.
Het dorp is in de geschiedenis vele malen door stormvloeden geteisterd, waarbij meestal ook een gedeelte van de bebouwing wegspoelde. In 1570 verdween tijdens de Allerheiligenvloed de helft van het dorp in de golven, waardoor de kerk aan de rand kwam te staan - wat nu nog steeds het geval is. Volgens een telling in 1680 woonden er in Scheveningen 917 mensen in 200 huizen. Daarvan hielden er zich ongeveer 250 bezig met de visvangst. Andere beroepen waren afslager, lijndraaier, scheepstimmerman en vishakker. Niet-visserijgebonden beroepen waren onder andere rietdekker, schoenmaker, kleermaker, timmerman en bakker. Scheveningen was tot halverwege de zeventiende eeuw slechts met Den Haag verbonden door een duinpad, het Westerpad, dat uitkwam bij het Haagse Noordeinde. In 1665 kwam de naar een ontwerp van Constantijn Huygens aangelegde Scheveningseweg gereed, een lange, rechte straatweg, waardoor de verbinding aanzienlijk verbeterde. Langs deze weg liet Jacob Cats een buitenverblijf aanleggen met de naam Zorgvliet. Andere welgestelden lieten, vooral toen Scheveningen na 1800 als badplaats opkwam, buiten het oude dorp - en met name ten noordoosten en ten oosten ervan - landhuizen en villa's bouwen. Andere bouwsels uit vroeger tijden zijn het niet meer bestaande Kalhuis, een wachthuisje voor lieden die aanlandende pinken een ligplaats op het strand moesten aanwijzen, en het opmerkelijke buitenverblijf Nieuw Soetenburgh, aan de kop van de Keizerstraat.
Видео Op de fiets door Scheveningen (4K) канала JayeM Video Productions
Scheveningen is een stadsdeel van Den Haag. Het was voorheen een zelfstandige vissersplaats, die later is opgegaan in een badplaats en wijk in Den Haag. De oorspronkelijke kern van Scheveningen bevindt zich in Scheveningen-Dorp, maar van de vroegere bebouwing van vóór de grote kaalslag en de daaropvolgende nieuwbouw van het stadsdeel is niet veel meer terug te vinden. Het meest karakteristieke deel van het oude dorp vindt men bij de Oude Kerk. Oorspronkelijke Scheveningers voelen zich Schevenings, niet Haags.
De geschiedschrijving verschaft geen uitsluitsel over de ouderdom van Scheveningen. Naamkundig onderzoek zou hebben aangetoond, net als bij andere Nederlandse plaatsen die eindigen op het suffix (achtervoegsel) '-ingen', dat de oorsprong ervan in de 10e of 11e eeuw ligt. De bewuste naam komt voor het eerst voor in een grafelijk register dat deels is opgesteld omstreeks 1284. Er is sprake van een gebied dat wordt omschreven als een 'terra de Sceveninghe' (land van Scheveningen). Er is weleens beweerd dat een geslacht met de naam Scheven - dat bij Haarlem een kasteel bezat en zich in de 14e eeuw in de omgeving van Leiderdorp vestigde - iets te maken zou hebben met het dorp of met de naam Scheveningen, maar hiervoor ontbreekt elke aanwijzing. Soms genoemde, maar nooit onderbouwde, buitenlandse invloeden zijn evenmin aantoonbaar. Uit de historie valt op te maken dat de oorsprong van Scheveningen een puur Hollandse aangelegenheid moet zijn geweest. Binnen de reeds genoemde 'terra de Sceveninghe' heeft naar alle waarschijnlijkheid een oudere woonkern gelegen; te denken valt aan een agrarisch gemeenschapje, een buurtschap, enkele kilometers meer landinwaarts van de kust gelegen. De kennis over die tijd is vrij beperkt; wel heeft de sociaal geograaf J.K. de Cock in een artikel, getiteld Scheveningen-Binnen en Scheveningen aan Zee, hierover iets geschreven dat als onderbouwing kan gelden. Ook in het naslagwerk De bodem van 's-Gravenhage van E.F.J. de Mulder komt De Cock met een bijdrage op dit oudere 'Sceveninghe' terug. Naar zijn opvatting is het oude buurtschapje - te denken valt in de 12e of 13e eeuw - door langdurige zandverstuivingen onder het zand verdwenen.
Naast de oudere buurtschap is er het kustdorp dat nu Scheveningen heet. Het is gebouwd op jonge duinen die zich rond de 12e eeuw langs de Noordzeekust hebben ontwikkeld. Dat huidige Scheveningen wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1357, waarin dorpsbewoners met een officieel document verzoeken om een grafelijke gunst. De residentie van de graven van Holland, die zich in de loop van de 13e eeuw bij de buurtschap Die Haghe heeft ontwikkeld, is vermoedelijk de aanzet geweest tot het ontstaan van het huidige Scheveningen. Mogelijk heeft een toenemende vraag naar zeevis van de nieuwe, rijke nederzetting tot gevolg gehad dat er zich vissers hebben gevestigd aan de dichtstbijzijnde kuststrook. Een grafelijke beslissing in de late middeleeuwen heeft ertoe geleid dat Scheveningen niet zelfstandig is geworden, maar zich slechts met één zetel mocht vertegenwoordigen in de Haagse schepenbank.
Het dorp is in de geschiedenis vele malen door stormvloeden geteisterd, waarbij meestal ook een gedeelte van de bebouwing wegspoelde. In 1570 verdween tijdens de Allerheiligenvloed de helft van het dorp in de golven, waardoor de kerk aan de rand kwam te staan - wat nu nog steeds het geval is. Volgens een telling in 1680 woonden er in Scheveningen 917 mensen in 200 huizen. Daarvan hielden er zich ongeveer 250 bezig met de visvangst. Andere beroepen waren afslager, lijndraaier, scheepstimmerman en vishakker. Niet-visserijgebonden beroepen waren onder andere rietdekker, schoenmaker, kleermaker, timmerman en bakker. Scheveningen was tot halverwege de zeventiende eeuw slechts met Den Haag verbonden door een duinpad, het Westerpad, dat uitkwam bij het Haagse Noordeinde. In 1665 kwam de naar een ontwerp van Constantijn Huygens aangelegde Scheveningseweg gereed, een lange, rechte straatweg, waardoor de verbinding aanzienlijk verbeterde. Langs deze weg liet Jacob Cats een buitenverblijf aanleggen met de naam Zorgvliet. Andere welgestelden lieten, vooral toen Scheveningen na 1800 als badplaats opkwam, buiten het oude dorp - en met name ten noordoosten en ten oosten ervan - landhuizen en villa's bouwen. Andere bouwsels uit vroeger tijden zijn het niet meer bestaande Kalhuis, een wachthuisje voor lieden die aanlandende pinken een ligplaats op het strand moesten aanwijzen, en het opmerkelijke buitenverblijf Nieuw Soetenburgh, aan de kop van de Keizerstraat.
Видео Op de fiets door Scheveningen (4K) канала JayeM Video Productions
Комментарии отсутствуют
Информация о видео
20 апреля 2025 г. 12:00:42
00:27:18
Другие видео канала